pH middelen

Voor een goede chloorwerking moet de pH-waarde tussen de 7,2 en 7,6 liggen. Dat kan eenvoudig met de testset gecontroleerd worden.

Wanneer uit de test blijkt dat de pH-waarde:

Lager dan 7,2 is, dient er pH-plus toegevoegd te worden.
Hoger dan 7,6 is, dient pH-minus toegevoegd te worden.

Dosering pH-middelen:

1. Testen d.m.v. testset
2. De pH-waarde zo dicht mogelijk bij de 7,4 brengen
3. 8 gram pH-minus of pH-plus per 1000 liter water oplossen in emmer met lauw
   water (verhoogd of verlaagd de pH met 0,1)
4. Verspreiden over het wateroppervlak
5. De pomp minimaal 3 uur inschakelen

pH-waarde te laag:

Bij een pH-waarde onder de 7,2 is het water te zuur. Dat kan bij het zwemmen geïrriteerde ogen en huid veroorzaken. Een te lage pH-waarde is ook de oorzaak van het instabiel worden van het aanwezige chloor in het zwemwater. Hierdoor worden drie belangrijke functies van het chloor (het doden van bacteriën, het doden van algen en het controleren van de organische stoffen) niet meer goed vervuld.

pH-waarde te hoog:

Bij een pH-waarde boven 7,6 is het zwemwater te alkalisch. Dat veroorzaakt dat het chloor zich verbindt met andere stoffen in het zwemwater zoals ammoniak. Ook een te hoge pH-waarde kan tot oog- en huidirritatie leiden.